Maximaal gebruik maken van je brandstof

Je haalt het meeste uit je product, wanneer je precies weet hoe het werkt. Dit geld ook voor het verbranden van hout. Dit gebeurt in de meest optimale situatie in vier fases. Wanneer deze allemaal worden doorlopen, hebt je de hoogste rendement en de minste uitstoot. In dit artikel leggen wij je uit hoe deze fases er uitzien.

Een goede verbranding is belangrijk, omdat…

Je allereerst op deze manier het meeste rendement uit de brandstof haalt. Met zo weinig mogelijk behaal je de maximaal haalbare warmte. Daarnaast is een onvolledige verbranding ook zeer slecht voor ons milieu. De restgassen die dan niet worden verbrand bevatten namelijk schadelijke stoffen, zoals koolstofdioxide.

De verbranding in je houtkachel

1. De Droogfase

Wanneer je een houtkachel aansteekt, zal als eerste het aanwezige vocht in de blokken verdampen. Dit kost veel energie. Zorg er daarom voor dat de houtblokken een vochtpercentage hebben tussen de 12-15%. Is het lager dan dit percentage, dan is het hout te droog en verbranden de blokken te snel. Is het percentage te hoog, dan kost het de kachel te veel energie om al het water te verdampen. Dit gaat ten koste van het vermogen en rendement.

Het vochtpercentage meet je eenvoudig met een vochtmeter.

2. De Ontbindingsfase

Wanneer het vocht is verdampt, begint de volgende fase. Hierin wordt de temperatuur binnen de verbrandingskamer hoger en gaat het hout zich ontbinden in gassen. Tevens ontstaat er hierdoor verkoolde resten.

3. De verbranding van gassen

Vervolgens zullen de vrijgekomen gassen van de ontbindingsfase zich verbinden met zuurstof. Op het moment dat dit plaats vindt zullen de gassen ontbranden en warmte afgeven. Dit is waar de vlammen hun intrede doen. Bij een optimale verbranding met een juiste hoeveelheid zuurstof krijg je een gele vlam te zien. Bij een onvolledige verbranding is de vlam meer oranje. Tevens blijft dan een deel van de vrijgekomen gassen onverbrand en gaan het kanaal in. Hierbinnen ontstaat roet.

Zorg goed voor je rookkanaal

Laat je rookkanaal daarom ook minimaal één keer per jaar vegen door een erkend ASPB-schoorsteenveegbedrijf. Zo voorkom je dat het kanaal dicht slibt en mogelijk dus een schoorsteenbrand. Je kanaal gaat op deze manier een stuk langer mee.

Lees meer over het belang van schoorsteenvegen

4. De verbranding van restgassen

Alle vrijgekomen gassen zijn verbrand, dus blijft er alleen nog houtskool over. De vlammen kleuren op dat moment blauwer en de stukken zullen gaan gloeien. Dit zal zo doorgaan, totdat de houtskool eveneens is opgebrand en er enkel nog een laagje as overblijft.

Het moment om bij te vullen

Wil je nog niet dat de haard stopt met branden, dan is het verstandig om in deze fase van het proces hout bij te vullen. Doe dat op het moment wanneer er geen vlammen meer zichtbaar zijn. Enkel het houtskool gloeit nog. Schuif de luchttoevoer helemaal open en leg de houtblokken op het overgebleven houtskool/as. De nog aanwezig warmte zorgt ervoor dat het verbrandingsproces opnieuw begint.

100% rendement is niet haalbaar

Een rendement van 100% is in een normale situatie niet realistisch en tevens niet haalbaar. Maar met de nieuwste haarden kom je wel degelijk in de buurt. Zo hebben sommige houtkachels een rendement van boven de 80% en komen pelletkachels zelfs uit in de 90%.

Een optimale verbranding herken je aan…

een mooie gele vlam, weinig tot geen rook en schone ruitjes. Hoe donkerder de rook en hoe meer oranje de vlam, des te onvollediger het verbrandingsproces is.